Bevat alle nummers van de platen:
– Gitaar
– Om de hoek
– Vensters
– Het Dubbelleven Van Holle Vijnman
Alle titels H. Sacksioni
CD 1: | CD 2: | ||
Elixer Scarborough Fair Meta Sequoia Lappenballerina Hagelslag Goofy Thee Bij Tante Josephine Huiswaarts Tranen De Vlechters Kleedkamer Breekbaar |
Vensters Voorzet De Optimist Ochtend Muggendans Anji Blos ’t Bazige Beestje Natrap(je) |
Svoboda Dans 1984 Spaanse Vlieg De Lifter Amsterdam Eclips Overspel Bidvogel Prikklok 07.45 Uur Zeppelin Om De Hoek |
De Telganger Menuet Voor Een Drenkeling De Opdracht (Gaat Heen…) Oorlogsdroom Het Dubbelleven Van Holle Vijnman Aruba, 12 dec., 1979 De Man Met De Vlieger Nachtvlinder |
“Gitaar, Om de hoek, Vensters, Het Dubbelleven Van Holle Vijnman “
Het is 1973. In mei van dat jaar komt er, als uit het niets, een op dat moment zeer bekende producer uit Engeland overvliegen, die zich vanaf Schiphol regelrecht naar het Congrescentrum in Den Haag laat vervoeren. Daar, in de grote zaal, zal ik die avond optreden in een programma met Herman van Veen. Iets dat ik dan al zo’n drie seizoenen doe. Sinds één seizoen speel ik ook iedere avond een akoestische gitaarsolo. Een compositie die ik ongeveer zes jaar daarvoor al had geschreven, maar sinds een jaar biedt Herman me de ruimte om dat stuk ook voor publiek uitte voeren. In het begin heeft het eigenlijk nog geen titel maar gaandeweg weet ik hoe het moet heten: META SEQUOIA. Dat die bekende producer in de zaal zit weet ik niet. Dat hij speciaal voor mij en mijn gitaarsolo daarzit is me dus helemaal onbekend…
Het is zover. Het publiek klapt als Herman zijn prachtige Brel-lied heeft gezongen en daarna het podium verlaat. Twee spots gaan aan op de plek waar ik sta en ik begin te spelen. Omdat ik al bijna een jaar ervaring heb als solist voor zo’n groot aantal mensen te spelen gaat het me steeds beter af om alle nuances die ik in META SEQUOIA tijdens het componeren heb bedacht, ook werkelijk uit te voeren onder hoogspanning. De laatste noten sterven wegen, zoals het me sinds ik die solo speel iedere keer overkomt, gebeurt het nu ook: het publiek geeft een ovationeel applaus dat niet meer lijkt op te houden. Er wordt geroepen en gestampt en het is nog altijd bezig als Herman opkomt en zingt: IEMAND STEELT DE SHOW…
Na afloop van het optreden wordt er op de deur van mijn kleedkamer geklopt. Ik doe open en een Engels sprekende man stelt zich aan mij voor: ‘Hallo, I’m Dave Dee’. Ik kijk hem goed aan en jawel, ik herken het gezicht van de leadzanger van de populaire top-10 band Dave Dee, Dozy, Beaky, Mick and Tich. Naast zanger en componist, zo vertelt hij, is hij ook producer. Getipt door een paar Nederlanders heeft hij direct het vliegtuig genomen om zelf te komen zien en horen wat er van waar is: een Nederlandse jongen die uit één gitaar verschillende partijen tegelijk kan halen en dat ook nog met een eigen compositie, en met dat alles een publiek in vervoering weet te brengen Het is dus waar, zo constateert hij met een vriendelijke lach. ‘Alles goed en wel, maar wat wilt u nu eigenlijk?’, lach ik terug. Uit zijn zak haalt hij een aantal papieren en houdt ze me voor. CONTRACT lees ik boven aan het eerste blad. ‘Yes, and…?’, zeg ik in mijn beste Engels. ‘If you sign this now, I’ll make you a worldstar!’ Vreemd, nog geen uur geleden weet hij nog niet of het waar is wat men over mij vertelt en nu blijkt hij zelfs al een contract bij zich te hebben! En wil hij ook nog dat ik het now onderteken! ‘Yes, that’s the way we work in England’, zegt hij nadrukkelijk. ‘Well, this is certainly not my way. Thank you very much.’ Zijn lach verdwijnt, en even later hijzelf ook.
Pas een dag later denk ik: heb ik hier wel goed aan gedaan? Iemand die speciaal voor jou uit Engeland komt overvliegen, en het woord WORLDSTAR echoot nog wat na… Nee, wie weet wat voor een afknijpcontract het was. En daarbij: hij heeft niet eens interesse getoond in mijn andere composities. Misschien is de kracht van META SEQUOIA wel een éénmalig iets van mij. Weet hij veel… Het is hem duidelijk te doen om een ‘hitje te scoren’ met mij en daarna kan ik natuurlijk wegwezen, zo overtuig ik mezelf van de juistheid van mijn impulsiviteit de dag ervoor. Maar wat dan wel? Het is duidelijk dat er publiek voor mijn gitaarspelen is. Misschien moet ik toch maar eens serieus gaan nadenken over een langspeelplaat. Maar ja, een hele plaat vol met akoestische gitaarstukjes? Eén stuk heeft duidelijk wel impact maar ik vraag me af of een hele plaat vol dat ook heeft. Harlekijn Holland start een eigen platenlabel onder de vleugels van platenmaatschappij Polydor en Herman vraagt of ik ook niet bij dat label een plaat wil maken. Waarschijnlijk vanwege de vertrouwdheid hoef ik daar niet lang over na te denken en ik teken een contract. Ik maak een selectie uit alle andere composities die ik tot dan toe heb geschreven en die niemand ooit nog gehoord heeft… Rob Chrispijn, de vaste tekstschrijver van Herman en maatje (omdat we beiden in Amsterdam wonen rijden we altijd samen naar alle optredens) laat ik luisteren naar wat ik heb uitgekozen. Mede door zijn zinnige opmerkingen bombardeer ik hem meteen maar tot medeproducer van de te maken plaat. Ook ‘brainstormen’ we samen over de kleine gedichtjes die ik per sé op de hoes afgedrukt wil hebben. Voor een paar composities willen we wat strijkers hebben en die blijkt Erik van der Wurff goed te kunnen arrangeren.
In mei 1974 gaan we 14 dagen de studio in en nemen alles op, mixen het in twee dagen en de band is klaar! Dan ontstaat plots een discussie over iets waar ik tijdens al mijn bezigheden voor de plaat nog geen moment aan gedacht heb: hoevéél platen moeten we eigenlijk laten persen? Na lang praten en proberen in te schatten komen we (Harlekijn, Polydor, Rob Chrispijn, Herman van Veen en ik) allemaal op één gegeven uit: vrienden en kennissen zullen zeker een exemplaar kopen (en anders dwingen we ze er wel toe) en dan misschien wel een klein deel van het publiek. Dat maakt samen ongeveer 1000 stuks. En zo gebeurt het. De foto’s die Rob Chrispijn tijdens de optredens en de studio-opnamen heeft gemaakt worden geselecteerd en ontwerpster Anja Kiekens maakt van al die ingrediënten een prachtige en bij de muziek passende uitklaphoes. Augustus 1974 komt hij uit. Polydor/Harlekijn organiseert een persbijeenkomst in een café/restaurant in Hilversum waar zelfs Toots Tielemans bij aanwezig blijkt te zijn, maar ik krijg daar weinig van mee, zo zenuwachtig ben ik. Het is ook wat: in de stilte van mijn kamertje bij mijn ouders thuis heb ik jarenlang allemaal gitaarstukjes zitten schrijven die nu, zo realiseer ik me met een klap, op deze dag openbaar gemaakt gaan worden en waar iedere luisteraar een mening over zal hebben. Nee, dat is toch wel even iets anders dan de beslotenheid van je jongenskamertje. Ik ben als eerste weg uit dat café/restaurant…
Onwetend hoe dingen gaan ‘in de grote wereld van de platen’ luister ik die zondagochtend, zoals ik wel vaker doe, argeloos naar het radioprogramma van Willem Duys en die begint zijn programma met… ELIXER, het eerste nummer van de plaat. Ik gloei van trots. Ten eerste dat ik gedraaid word maar ook wat hij er over zegt. Sterker nog: binnen dat uur blijken er zoveel telefoontjes binnen te komen van luisteraars die er meer van willen horen, dat Duys in hetzelfde programma nog twee nummers draait. Ja, en dan gebeurt wat we in al onze vooraf-wijsheid niet hebben kunnen bevroeden: doordat ik ook in verschillende grote televisieprogramma’s wordt gevraagd te spelen zijn al binnen de eerste week die 1000 exemplaren uitverkocht. Een maand na uitkomst ligt het aantal zelfs al ver boven de 30.000. Op een troosteloze zondagochtend loop ik ergens in Nederland door een winkelstraat van een middelgrote stad en ik zie de etalages van een groot warenhuis: over het hele blok hangen alle etalages vol met alleen maar mijn plaat! Niet één andere! Ik durf niet meer op of om te kijken. Binnen het jaar naderen we al de 100.000 exemplaren…
Voor mij is het vanaf dat moment duidelijk: ik mag van een groot publiek doen wat ik het liefste doe: GITAARSPELEN! Tot op de dag van vandaag doe ik dat en met ontzettend veel plezier. De inzet die ik zowel tijdens mijn CD’s, als ook tijdens mijn optredens voel is geen spat verminderd in vergelijking met de inzet van die eerste plaat. En dat komt mede doordat ik bij alle platen en CD’s die erna komen, en waarvan nu de eerste vier integraal in deze box zitten, mijn eigen weg ben gegaan. Me niet laten afleiden door wat anderen vinden dat ik moet spelen of opnemen (waaronder natuurlijk veel mensen van de platen maatschappij) maar steeds te luisteren naar wat mijn gevoel me ingeeft, ligt ten grondslag aan iedere plaat en CD die ik tot nu toe opnam. Daardoor heeft dat wat ik in het begin van mijn componeren en spelen al belangrijk vond, zich sterk kunnen ontwikkelen: een eigen stijl van spelen en deze als basis gebruiken voor iedere plaat of CD, om daar een eigen ‘kleur’ en identiteit aan mee te geven; om er een op zichzelf staande muzikale fantasiewereld mee te scheppen. AI mijn platen of CD’s zijn daardoor anders en toch herkenbaar. Een ontwikkeling als gitaristen componist, waar ik trots op ben. Het eerste deel van dit idioom, verspreid over de eerste vijf, zes jaren is nu neergelegd in deze box met mijn eerste vier CD’s: Harry Sacksioni: gitaar, Vensters, Om de hoek en Het dubbelleven van Holle Vijnman. Omdat een aantal van de composities op deze CD’s nog regelmatig door mij gespeeld worden tijdens mijn tournees, en ook bij jong publiek zeer enthousiast onthaald worden, mag ik rustig zeggen dat ze de tijd hebben overleefd. Wees daar maar eens níet trots op. Ik heb het heerlijke vermoeden dat ik dit laatste nooit had kunnen zeggen als ik m’n gevoel bij die eerste aanbieding niet zo impulsief had laten spreken…
Harry Sacksioni