Mijn grote liefde, de Martin D28 waarmee ik vroeger altijd optrad en ook mijn eerste 4 platen bijna alle nummers op speelde is zo’n 20 jaar geleden – na een tournee op de Antillen – zodanig van toon veranderd dat ik geen behoefte voelde om hem nog langer te bespelen. Ik liet er toen een gitaarbouwer naar kijken maar hij kon niets vinden waar het aan zou kunnen liggen. Vanaf dat moment heb ik hem (niet de gitaarbouwer, maar de gitaar…) in zijn koffer gelegd waarin hij al die jaren daarna op mijn zolder heeft liggen wegkwijnen. Af en toe meende ik hem zelfs ’s nachts heel zachtjes te horen wenen… (Kan ook mijn schuldgevoel zijn geweest.)
Ja, wat wil je, het is wel mijn eerste echte liefde. En wat doe je als die liefde al die jaren toch sluimerend in je gevoel aanwezig blijft en je loopt een heel goede gitaarbouwer/restaurateur tegen het lijf? Juist. Bekijk hieronder het verslag van gitaarbouwer Marcel Hustings!