Wat gebeurt er als je drie topgitaristen samenbrengt? Er ontstaat een gepassioneerd gesprek over techniek, tijd en emotie. Maar ook wordt er volop gespeeld. Corrie van Binsbergen, Joep Pelt en Harry Sacksioni maken van MCN-talkshow THE MIX een spetterende muzikale bijeenkomst.
Eigenlijk zijn het alledrie avonturiers. Van Binsbergen, Pelt en Sacksioni onderzoeken eindeloos de mogelijkheden van hun instrument. Joep Pelt ging naar het zuiden van de VS, Mali en Ethiopië om daar in de leer te gaan bij plaatselijke muzikanten – en dat zijn niet de minsten. Hij speelde onder meer met R.L. Burnside en Ali Farka Touré.
‘Je hoeft niet oud te zijn om blues te kunnen spelen, dat is echt flauwekul’, helpt hij maar meteen een vooroordeel uit de wereld. ‘Ik speelde al een beetje blues, maar het klonk heel clean.’ Hij laat op zijn gitaar horen wat hij bedoelt. ‘Toen ik daar was, leerde ik om meer hardcore te spelen, zodat het rammelt. Het is soms maar één akkoord, en die liedjes duren dan drie kwartier ofzo, maar zie die groove maar eens te vinden.’ Ter plekke geeft hij een demonstratie en het publiek voelt wat hij bedoelt.
Vingervlug
De klassiek geschoolde Corrie van Binsbergen gaat ook regelmatig avontuurlijke samenwerkingen aan: ze staat onder meer met auteurs, jazzmuzikanten en vocalisten op het podium. ‘Ik heb altijd van alles gedaan op de gitaar, ik speelde merkwaardige underground pop, maar ook Bach.’ Ze improviseert een stukje en laat zich met gesloten ogen meevoeren op de klankenrijkdom die ze voortbrengt op haar instrument.
‘Via haar gezicht voel je mee wat zij voelt’, zegt Harry Sacksioni, die gefascineerd toekijkt. ‘Het gaat om de emotie. Goede muziek is muziek die je direct raakt, of het nu Bach of de blues of zelfs punk is. Ik heb muzikanten gezien die met slechts drie akkoorden ongelooflijk stonden te voelen.’ Een mooi statement van Sacksioni, die bekend staat om zijn virtuositeit.
Door de MIX-gastheren Robbert Tilli (MCN) en Tom Engelshoven (OOR) wordt hij “Mr. Gitaar” genoemd – een bijnaam die past bij zijn veertig jaar ervaring. Hij laat zien hoe hij met fingerstyle een hele band kan zijn in zijn eentje. Deze manier van spelen heeft hij beschreven in een lijvig lesboekwerk: de Sacksioni Methode. ‘Soms kun je twee, soms drie partijen tegelijk spelen, al naar gelang je vingers over hebt.’
‘Kunnen mensen dit echt leren?’ vraagt Tilli, enigszins ongelovig kijkend naar de vingervlugheid van Sacksioni.
‘Ja, dat kan’, beamen de drie gitaristen.
‘Maar ik ga er niet aan beginnen’, voegt Van Binsbergen er met een lach aan toe.
Improvisatie
Gedurende het gesprek komt regelmatig het element tijd terug. Pelt merkte niet alleen in Amerika hoe liedjes zich konden uitspinnen tot muziekervaringen van drie kwartier, maar speelde in Mali ook mee met concerten die zes uur lang doorgingen. Ook Van Binsbergen en Sacksioni kennen het gevoel de ruimte te krijgen voor een improvisatie. Toch is dat in de westerse wereld niet helemaal gemeengoed.
‘Wij spelen nog steeds muziek die gebaseerd is op de 78-toerenplaat’, stelt Pelt. ‘3,5 minuut voor een liedje en dan is het klaar.’ Alledrie kunnen zij zich echter herhaaldelijk bevrijden uit dat keurslijf.
De gitaristen pakken voor een laatste keer hun instrument op om samen een nieuw lied van Joep Pelt te spelen. De wisselwerking tussen de drie leidt tot een waanzinnig resultaat, waar niet alleen het publiek van onder de indruk is. ‘Dit vind ik echt te gek!’ zegt Joep Pelt met een brede grijns op zijn gezicht. ‘Hoe vaak krijg je nou zo’n kans.’ En bevlogen zetten zij nog een nummer in.
Renate Sun-Louw