Skip to content

De overstelpende leegte van Harry Sacksioni

23 januari 1980

Door: Eddy Determeyer

Gebeurtenis: Optreden van het Harry Sacksioni Ensemble. Plaats: Grote Zaal van Cultuurcentrum De Oosterpoort te Groningen. Bezetting: Jan de Leeuw, altsaxofoon en fluit; Katinka Simmer, viool; Harry Sacksioni, elektrische en akoestische gitaren; Jerry Gout, banjo, gitaar, mandoline en pauken; Frans Ehlhart, piano en orgel en Rob Zeelenberg, elektrische en akoestische bas. Publiek: kleine 1200.

Twee uur lang in een volle en ademloze Oosterpoortzaal je oren niet geloven? Ja hoor, dat kan nog steeds. Gisteravond luisterde ik twee uur lang naar de verbazingwekkende onmuziek van Harry Sacksioni. Welke rampen er over ons plegen te komen wanneer het cabaretvolk zich in de muziekbeoefening-sec stort wist ik al. Ik had al eens optredens van de clubjes van pianist Laurens van Houten gezien, dus ik was voorbereid.

Toch overvalt de adembenemende leegte van zo’n Sacksioni-concert je altijd weer. Maar het is van de andere kant natuurlijk ook wel weer een hilarisch idee: een vrijwel uitverkochte Grote Zaal die in stille vervoering opblikt naar deze zeepbellenmachine. Dat zal ik niet ontkennen.

Inhoud hebben de composities van Sacksioni voor geen milliliter (om de een of andere reden noemt hij ze hardnekkig ‘liedjes’). Meestal zijn het armelijke motiefjes die zolang door de mangel zijn gehaald tot ze netjes drie of vier minuten vullen. Klankenfrutsels zonder heden, verleden of toekomst. De muziek is zo niemendallerig dat deze ad hoc-groep (drie van de vaste leden van het ensemble waren ziek) er geen enkel probleem mee had. Alleen in het stuk ‘Vensters’ – één van de ‘hits’ van Harry Sacksioni -slipte de combinatie even.

Variatie is er nauwelijks. Behalve dan, dat Sacksioni nogal wat verschillend gestemde gitaren gebruikt en ook een behoorlijk dynamisch spectrum bestrijkt. Wanneer hij wil gaan swingen – een enkele keer verdenk je hem ervan – blijkt, dat de gitarist de timing van een vaatdoek heeft.

Het geluid was gisteravond redelijk – een opmerkelijk feit, in de akoestisch onmogelijke Grote Zaal. Behalve dan in de luidere passages van de groep. Dan vloeide het beschaafde ensemble-geluid als vanouds uit tot een soort van ongedefinieerd, maar beschaafd, gehuil.

Je vraagt je intussen toch wel af, waar de staf van De Oosterpoort mee bezig is. Want deze concerten (vanavond kan men nòg een keer genieten!) worden door het Cultuurcentrum zelf georganiseerd. Uit welk budget dan wel – een interessante vraag. Klassieke muziek is het niet en ook geen jazz. Popmuziek misschien? Aha, dat zou een buitengemeen interessant licht werpen op het voorgenomen popbeleid van De Oosterpoort.


HARRY SACKSIONI oneerlijk behandeld

Hoe afschuwelijk zijn de levens die een recensent moet leiden om aan de kost te komen. Zo’n Eddy Determeyer wordt opgezadeld met een bezoek aan het concert van gitarist Harry Sacksioni en is bij voorbaat al misselijk van de gedachte. Bij voorbaat? Inderdaad, want in het voorbericht op de Uitzichtpagina van vrijdag 18 januari is al sprake van een schamper toontje over wat ons daar in de Oosterpoort te wachten zou staan.

Eddy wist eigenlijk al wel, dat dit niets worden zou en vanuit zijn „overstelpende leegte" is het begrijpelijk dat hij niet begrijpen kan dat mensen worden getroffen door de sfeer èn de kwaliteit van Harry’s „onmuziek".

Eddy Determeyer is een jazz-kenner, die weg had moeten blijven, omdat hij elk aanrakingspunt met de emotionaliteit van het theater mist. Dat is hem niet kwalijk te nemen. Wèl, dat hij erover gaat schrijven op de manier zoals hij doet. De kwaliteiten van Determeyer liggen op een ander terrein, kennelijk. Het feit, dat de volle zalen enthousiast waren, zegt ook mij niets en dat blijft hierbij dan ook nadrukkelijk buiten beschouwing.

Wat van belang is lijkt me, dat kritici in principe enige belangstelling hebben voor het evenement dat ze gaan beschrijven. Is dat niet het geval, dan kom je tot eenzijdige stukken waar geen mens wijzer van wordt. Bovendien, ook Eddy is niet feilloos. Als hij het heeft over een pianist van het cabaretvolk, bedoelt hij waarschijnlijk eerder Laurens van Rooyen dan de totaal onbekende (niet bestaande?) Laurens van Houten.

En verder vestigt hij de indruk, dat Sacksioni wordt neergesabeld, mede om het gebrek aan visie in het Oosterpoortbeleid aan de kaak te stellen. Dat lijkt me oneerlijk tegenover de – mooi of niet mooi – integere Harry Sacksioni.

Groningen,

P. ROELOFS

Eén van de boeiende aspekten van het leven dat een recensent leidt is, dat hij wel eens met zaken geconfronteerd wordt, die net in de periferie van zijn belangstellingsfeer liggen. Om het even of het Pygmeeënmuziek betreft, het wereldbeeld van Buckminster Fuller of de schone schijn van Harry Sacksioni. Het voorbericht op de Uitzichtpagina was overigens niet van mijn hand. Laurens van Houten moet inderdaad als een slip of the pen beschouwd worden en de integriteit van Sacksioni (die ik niet bij voorbaat in twijfel zou durven trekken) staat, ook in De gewraakte recensie, los van de alleszins belangwekkende visie van de Oosterpoort-staf. (ED)

[BRON: Nieuwsblad van het Noorden 26 januari 1980]


‘Publiek kiest voor Harry Sacksioni’

Op het artikel-over Harry Sacksioni, geschreven door Eddy Determeyer, kan ik niet nalaten te reageren.

Als uw krant de kennelijk grootste muzikale onbenul in de persoon van Eddy Determeyer zo uitgebreid de gelegenheid geeft in zijn artikel zijn eigen onkunde, leegte en onontvankelijkheid op muzikaal gebied in mooie volzinnen te spuien, acht ik het uw plicht mijn brief bij de ingezonden stukken op te nemen. Een grootmeester als Harry Sacksioni, die zo met overgave, volledig geconcentreerd, zijn publiek boeit, verdient deze nergens op slaande kritiek niet. AI is het gebeuren rond Harry Sacksioni aanschouwelijk wat minder ‘spectaculair’, auditief is het perfect. Waarschijnlijk kan Eddy Determeyer zich beter gaan toeleggen op het bekritiseren van poppenkastvoorstellingen. Daar wordt hij visueel vermaakt.

Dat Determeyer totaal geen kijk, of een eenzijdige blik op muziek heeft en derhalve niet capabel is dergelijke kritieken te schrijven, wordt toch wel bevestigd door de publieke opinie. Onlangs werd namelijk door een ‘jong’ omroepblad gepubliceerd dat volgens de publieke opinie Harry Sacksioni als derde beste gitarist in nederland werd gekwalificeerd. Waarschijnlijk is Eddy Determeyer de enige geweest die zich niet vermaakt heeft. Het applaus had namelijk veel weg van een ovatie.

Groningen,

MICHEL HERBENS

[BRON: Nieuwsblad van het Noorden 26 januari 1980]


‘ZEEPBELLEN in de muziek’

Eigenlijk te gek, dat je reageert op het ‘zeepbellen-artikeltje’ van uw recensent Eddy Determeyer over het concert van Harry Sacksioni. Over de muziek van deze musicus mag men denken wat men wil, maar de manier waarop dit wordt benaderd en beschreven vinden wij (en velen met ons!) misselijk en ronduit beledigend, zowel voor de uitvoerende musici als voor het aanwezige publiek.

Als dit (van te voren geschreven?) onbenul een maatstaf is, zegt ons dit genoeg over de betrokken ‘recensent’. Misschien zien wij binnenkort in uw blad nog eens een aankondiging, waarin een dergelijk persoon zijn optreden aankondigt opdat wij in staat zijn een objektief oordeel over de toekomstige ‘echte’ popmuziek te kunnen geven.

Of zal dit optreden een luchtkasteel zijn?

Eddy, ondanks alles, van harte beterschap.

Zuidhom,

FROUKE en TINEKE POSTMA

[BRON: Nieuwsblad van het Noorden 26 januari 1980]


‘ZEEPBELLEN en Sacksioni’

Wij wilden even reageren op de kritiek van woensdag 23 januari over het concert van Harry Sacksioni, geschreven door de heer. E. Determeyer. Dit is n.l. geen kritiek meer maar een grove belediging aan het adres van Harry Sacksioni en aan zijn publiek. De heer Determeyer noemt Harry Sacksioni een zeepbellenmachine, zijn liedjes klankenfrutsels en hij schijnt de timing van een vaatdoek te hebben. Wij vragen ons toch wel af, waarom iemand die voor zo’n grote oplage stukjes schrijft, zichzelf belachelijk maakt door zulke dingen te schrijven. Afkeuren okee maar afkraken nee.

Wij zijn woensdagavond geweest en hebben, samen met zijn vele bezoekers écht genoten van zijn concert wat ook wel blijkt uit de doodse stilte tijdens, en de staande ovatie en laaiend enthousiaste reacties na afloop van het concert. Dat is toch zeker een blijk van waardering voor deze „zeepbellenmachine"? Zijn liedjes zijn niet gevuld met een leegte maar hebben wel degelijk wat te zeggen maar dat heeft deze man dus niet begrepen! De tweede avond was ook zeer goed bezet en ondanks de ziekte van twee leden van zijn ensemble was het concert in één woord grandioos!

Is het trouwens waar dat „de heer" Determeyer zelf gitaar studeert? Zo ja, dan wachten wij vol spanning op zijn eerste concert en bieden wij ons vrijwillig als critici aan. Reakties van harte welkom!

Hoogezand,

CHRISTA VERKAIK

HELMA WORTELBOER

JACQUELINE KUIPER.

[BRON: Nieuwsblad van het Noorden 28 januari 1980]


‘UITVOERING en beleid scheiden

Dat een recensie niet altijd even goed in elkaar zit, kan ik me voorstellen, maar dat een uitvoering verband houdt met het beleid van het gebouw waarin het plaats vindt, kan ik me niet voorstellen.

Dat een artiest, in dit geval Harry Sacksioni, maar domweg gekraakt wordt omdat de recensent een vooroordeel heeft is belachelijk en geeft bovendien weer dat zo’n persoon gefrustreerd is. Het is niet moeilijk om een artiest die probeert zich voor 100% te geven in zijn muziek, even vlot in 5 minuten te kraken. Daarbij komt nog de vraag of deze persoon wel een klein beetje gevoel voor muziek heeft en in staat is een juiste recensie te schrijven.

Een recensent nl. mag slechts objectief commentaar leveren, waarbij hij het aan de lezer moet overlaten of diens oordeel correspondeert met dat van de recensent. Een recensent mag b.v. zeggen: „Ik denk dat deze muziek in een herkenbare categorie valt waar ik en vele anderen van houden". Maar hij mag niet zeggen: „Deze muziek is beter/slechter dan alle andere", daar dit een absoluut oordeel is.

Noch hij noch iemand anders is gerechtigd dit zo te stellen, omdat het oor (oog) gevoelig is, feilbaar, niet geijkt en altijd afhankelijk van vergelijkingen. Bovendien wordt het oor (oog) ondersteund door de meest gecomplexeerde computer die maar denkbaar is, nl. de hersenen.

Dat is mooi, maar deze computer bezit een factor die bij geen enkele normale computer gevonden wordt, en dat is emotie.

Goeie beoordelingscriteria zullen daarom van persoon tot persoon verschillen. Een musicus bij voorbeeld baseert zijn oordeel op zijn ervaring met zijn eigen muziekinstrument, vanaf de plaatswaar hij het bespeelt. Maar de meeste akoestische instrumenten produceren de onmiddellijke nabijheid, een gootere hoeveelheid harmonieën, waar het publiek, zelfs al zit het op de eerste rij in de zaal, niets van hoort.

Het is daarom de vraag of het nieUWs BLAD van het Noorden er niet verstandig aan doet om recensenten op te zoeken die uitvoering en beleid uit elkaar weten te houden en die bovendien weten waar Abraham de mosterd haalt.

Foxhol,

A LAMBECK

(Discussie gesloten – redactie)

Aankomende optredens:
 • 29 jan
VELDHOVEN
 • 08 feb
WEESP
 • 12 feb
RIJSWIJK
 • 13 feb
GRONINGEN
 • 21 feb
DOETINCHEM