Door: Frans van den Brink
Hengelo – Van het futuristische begin tot aan het fortissimo slotakkoord bleef maandagavond het concert, dat Harry Sacksioni en zijn groep in het concertgebouw in Hengelo gaven, veelzijdig en virtuoos. "Schaduwen" doopte de Amsterdamse gitarist zijn programma. Een spel van licht en donker dus, dat consequent werd volgehouden. Zowel in de nadrukkelijk , maar nergens overdreven belichting als muzikaal. Van het speelse "Chez nous" ("Op 13-jarige leeftijd gecomponeerd. Ik was al vroeg een wonderkind", liet Sacksioni met milde zelfspot weten) tot het indringende "Lied voor de stoet der vermisten", waarboven de dreigende schaduw hing van dictatoriale regiems in Zuid-Amerika.
Want Sacksioni toonde zich een geëngageerd kunstenaar die kritiek niet uit de weg gaat. Die zijn mening ook niet plompverloren laat vallen, maar ontspannen naar een des te duidelijker climax toe werkt. Direct na de pauze speelde hij bijvoorbeeld op een twaalfsnarig gitaartje van Zuidamerikaanse origine. "Een van de kenmerken daarvan is, dat hij altijd onzuiver is. Hoort bij het land van herkomst." Waarna hij zijn ode voor Victor Jarra bracht, de Chileense gitarist-volkszanger, van wie de polsen zijn afgehakt, omdat hij liederen van het kolonelsregiem weigerde uit te dragen. De donkere schaduw van het geweld.
Sacksioni sloeg met dit programma een nieuwe richting in zijn muzikale ontwikkeling in, door het tekstelement (geschreven door Rob Chrispijn en vertolkt door twee zangeressen) verhalend te verweven met zijn composities. In feite een logisch vervolg op zijn "Klein concert", waarin hij optrad met Liselore Gerritsen en Laurens van Rooyen en er al een synthese bereikt werd tussen het instrumentale en het vocale. Het boeiende zat hem nu echter inde vloeiende en toch sterke afwisselende overgangen tussen het tekstgedeelte en het en het instrumentale gedeelte, waarbij de vele gitaren van Harry Sacksioni weliswaar een belangrijke rol bleven spelen, maar waarin ook een keur van andere instrumenten aan bod kwam. De begeleidingsgroep bleek de maestro prima aan te voelen, ondersteunde waar nodig en kreeg ook voldoende de ruimte voor "solistische omzwervingen". Waarmee René Brom (slagwerk en percussie), Jopi Jonkers (zang en harp), Jan de Leeuw (fluit en saxofoon), Marijke Nekeman (toetsen en zang) en Jeroen Niewint (contrabas, basgitaar en accordeon) een niet te onderschatten bijdrage leverden aan "Schaduwen".
Aardig was de knipoog van Sacksioni c.s. naar de oudere generatie. Richard Rogers’ "Blue Moon" kreeg nimmer een swingender vertolking, terwijl de originele versie compleet met een potsierlijk "ahoe-ahoe"-achtergrondkoortje ook nog even op de proppen kwam. Minder persiflerend ging het toe in "Blue rondola Turk"’ de oosters getinte compositie van Dave Brubeck. Overigens niet de eerste gitaarbewerking van dit stuk; de zoons van Brubeck gaven er al eerder een eigentijdse interpretatie op de elpee "Two generations of Brubeck".
Een uitgebreide toegift met o.a. het door de goed gevulde zaal enthousiast ontvangen "Anji" (van de plaat "Vensters") besloot het uitstekende concert. "U wordt hartstikke bedankt", complimenteerde Sacksioni het publiek. Van harte hetzelfde dus.