ROOSENDAAL – Enkele jaren terug was hij in de grote zaal een van de meest opvallende ‘afscheidscadeautjes’ bij het vertrek van Leo Kievit als directeur van De Kring. Hoewel zeer vermakelijk die avond komt Harry Sacksioni In de kleine zaal toch beter tot zijn recht. Het overwegend mannelijke publiek (dat is wel eens anders, JP) dat zaterdagavond de voorstelling in het kader van zijn theatertournee ‘While my gitar gently weeps’ bijwoonde, zal dat beamen. Het komt niet vaak voor dat je om 20.30 uur de kleine zaal binnenloopt om er (afgezien van een korte pauze) pas om 23.30 uur weer uit te komen. Niet zelden is dat na anderhalf uur al het geval. Niet alleen in kwantitatief opzicht mag deze ‘ode aan de tien jaar geleden overleden Beatle George Harrison en een aantal van zijn tijdgenoten’ tot de beste voorstellingen van dit seizoen in De Kring gerekend worden, geflankeerd door zijn vijf gitaren hield Sacksioni zijn publiek (ogenschijnlijk) moeiteloos in een aangename greep. Uit losse hand praatte hij de nummers op zijn bekende ietwat onbeholpen wijze met tal van wetenswaardigheden en anekdotes aan elkaar. Elvis kon hem maar matig bekoren. Zijn eerste muzikale held was diens ‘zachte Europese broertje’ Cliff Richard, ‘al vind ik het triest dat hij nog steeds niet uit de kast is gekomen’. Daar past een kleine kanttekening bij. Begin zeventiger jaren was Cliff gedurende korte tijd verloofd met de Britse tennisster Sue Barker (tegenwoordig tennispresentator bij de BBC, JP). Waarschijnlijk geniet deze ‘bachelor-boy’ gewoon optimaal van zijn vrijgezellenbestaan. Waarom zou je als artiest ook zo dom zijn om je in een met rozen overladen huwelijksbootje te laten lokken om er pas na een peperdure echtscheiding weer uit te mogen? George Harrison was tussen de haantjes Paul Mc Cartney en John Lennon in zijn ogen een verademing, die pas na de tafel-en-bed-scheiding van the Beatles tot volle wasdom kwam. ‘Toen het einde van de groep definitief was, kwam hij plotseling met een driedubbel-elpee uit. Dat kan geen toeval zijn geweest. Als componist kreeg hij van het duo McCartney/Lennon geen enkele ruimte’. De uit het stof gehaalde nummers van Harrison speelde Sacksioni grotendeels voor de pauze. Hij rekende en passant af met de mythe dat het woord ‘Piggs’ dat de waanzinnige moordenaar Charles Manson na de moord op actrice Sharon Tate op de muur kalkte, verwees naar een nummer van Harrison. ‘Piggs waren de veiligheidsfunctionarissen die The Beatles moesten beschermen tegen al te opdringerige fans’. Dat hij zijn toehoorders met de Colin Blunstone-klassieker ‘Old and Wise’ de pauze in stuurde, getuigde van goede smaak. Bij deze gently weeps hoorde je de stem van Blunstone (een aantal jaren terug zelf te zien geweest in De Kring, JP) er in gedachten bij.
Van Harrison stapte hij moeiteloos over naar het genie van Freddy Mercury van Queen. ‘Een muzikaal fenomeen. Brian Meij schreef zijn partijen zelf, maar die van de andere bandleden, kwamen allemaal uit de koker van Mercury. En in tegenstelling tot Cliff was hij wel zo eerlijk om uit de kast te komen. Wat heet, ik herinner me nog een interview, waarbij hij haast in de reet van de mannelijke interviewer kroop’. Mercurys wist inderdaad als geen andere popartiest voor als na hem de combinatie te maken tussen pop, rock- en het klassieke repertoire. Luciano Pavarotti en Montserrat Caballe (toch niet de minsten in dit genre) beschouwden het als een grote eer om met Queen op het podium te staan (zie op Youtube de clips ‘Barcelona (live) – Freddie Mercury & Montserrat Caballe – 1988’ en ‘Queen + Luciano Pavarotti – Too much love will kill you) Dat Sacksioni als gitarist van alle markten thuis is, bewees hij ten overvloede door zelfs ‘inferieure’ – overbekende Amerikaanse zomerhits naar een hoger niveau te tillen. ‘In the Summertime’ van de eendagsvlieg Mungo Jerry mocht daarbij als lijdend voorwerp fungeren. Het klinkt vreemd, maar het echte hoogtepunt kwam pas na het officiële gedeelte van het concert. Harry heeft dan al een fysieke tegenvaller in de vorm van een afgebroken kunstnagel moeten verwerken. Hij ging nog even gezellig in een stoel vlak voor het publiek zitten om de interactie te vergemakkelijken. De composities die hij vanuit die positie liet horen waren eveneens van een betoverende schoonheid. Hoogtepunt van deze sessie was de eigen compositie ‘Meta Sequoia’ dat hij tegenwoordig als een ode aan zijn vorig jaar overleden moeder ten gehore brengt. Dat hij het daarbij niet droog hield, tekent hem nog eens extra als een geweldige maar vooral integere (je komt hem gelukkig niet tegen in tv-spelletjes of debiele survivalprogrammaatjes, JP) artiest. Na afloop bleef hij nog even op het podium zitten om zijn (niet meer in de winkels – zijn er eigenlijk nog wel platenwinkels?, JP) verkrijgbare CD’s te verkopen en desgewenst te signeren. Een mogelijkheid waar grif gebruik van werd gemaakt. De uiterst aimabele gastheer van De Kring, Mon Puttiger, had er bij de entree al voor ‘gewaarschuwd’. ‘Als Harry het echt naar zijn zin heeft, kijkt hij niet op een half uurtje meer of minder’. Daarmee sloeg Puttiger de spijker op zijn kop. Zo kan ik me nog een optreden in Fidei et Arti herinneren waarbij Sacksioni tijdens de nazit nog even een half uur vrolijk verder ging op de piano, tot groot enthousiasme van de echte nachtbrakers.
Harry Sacksioni – While my guitar gently weeps- Gezien door Jaap Pleij op zaterdag 9 maart in de kleine zaal van De Kring.