door: Piet Swinkel
‘Helden 2’, concert door Harry Sacksioni. Gehoord op 2 februari 2002 in de Gaviolizaal Helmond.
Het leek een wonder dat het publiek niet als een man ging staan, bij het eerste slotapplaus voor Harry Sacksioni. Maar de oplettende en gretige toeschouwers hadden het wel gezien: er stond nog een gitaar die hij niet had bespeeld, dus het concert kon nog niet afgelopen zijn. En dat was het ook niet.
Als toegift had Sacksioni nog een paar fantastische flonkerstenen in de aanbieding. Daarbij hoorde zeker het allerlaatste, op de rand van het podium volledig akoestisch gespeelde nummer, waarin de Afrikaanse zon zo voorwerelds mooi, verstild en breekbaar opgaat, dat een normaal mens er nauwelijks met droge ogen naar kan luisteren. Het vatte de vraag samen die het totale concert opriep: hoe is het mogelijk dat een enkele Amsterdamse jongen het in zijn eentje op een gitaar kan spelen?
Toen Harry Sacksioni nog bij Herman van Veen speelde, viel hij al op door zijn eigen geluid, zijn eigen stijl. Je hoort vier maten en je weet het: Dit is Sacksioni. Slechts twee handen beschikbaar en dan toch al die partijen tegelijkertijd spelen, zo subtiel, zo verschrikkelijk moeilijk: dat kan er maar eentje zijn.
De duivelskunstenaar trad zaterdagavond op met zijn programma ‘Helden 2’. Hij speelde nummers van muzikanten die hij bewondert – zijn helden, dus – en vertelt er verhaaltjes bij. Heel ontspannen allemaal. Waarom hij de nummers mooi vindt; wat hij er mee gedaan heeft; een persoonlijke herinnering, die hij erbij heeft. Hij omlijst de nummers, als het ware, met persoonlijke noten.
En hoewel het timen van een guitige tussentekst niet echt Harry’s sterke punt is, levert het in zijn geheel toch een heel mooie muzikale avond op. Harry zit op het podium, intiem omringd door een batterij gitaren. Hij heeft goed contact met de zaal, hij kletst wat met de eerste rij en vertelt over zichzelf, waar hij van houdt en waar hij niet van houdt. (Wel van Folk en niet van Vogue, bijvoorbeeld) en zo wordt het heel gezellig.
We doen het spelletje ‘introotje raden’ en het is net alsof we met zijn allen bij Harry op bezoek zijn en dat hij vertelt en muziek maakt. Alleen het knapperend haardvuur ontbreekt. En Harry speelt. Met gemak, met overgave en met kennelijk plezier. Hij speelt zo ongelooflijk goed, dat je verstand erbij stilstaat, dat je hart ervan wegsmelt en dat je oren bijna van je kop afvallen, omdat het eigenlijk niet mogelijk is wat je hoort.
Sacksioni laat veel andere gitaristen ver achter zich. Welk nummer hij ook speelt: als hij er aan gewerkt heeft, is het beter dan het was. Hij is een van de weinige muzikanten, die zelfs aan het werk van Lennon en McCartney iets kan toevoegen. Het is dan ook volkomen terecht dat Harry nummers van zichzelf in zijn programma heeft opgenomen: Harry Sacksioni is zelf een held.