Al jaren probeer ik een acceptabel geluid uit mijn gitaar te krijgen. Soms lukt het. Maar sinds gisterenavond ken ik mijn plaats: heel erg in de achterhoede. Vingervlug en uiterst charmant zorgde Harry Sacksioni hiervoor. Hij trad op in Groningen in de kleine zaal van de Oosterpoort. Helemaal in zijn uppie trad hij op. Op een kaal podium, geen decor en zonder geraffineerd lichtplan, alleen de gitarist met zijn vier gitaren en een versterker. Dat hij ongelooflijk (stopwoordje van de gitarist) goed kan spelen wist ik al. Ook herinnerde ik me van een eerder optreden dat hij leuke anekdotes kan vertellen. Zo vertelde hij over een optreden voor de koningin dat stijf en saai begon, totdat tijdens een nummer Beatrix haar entree maakte, met een vrolijk hupje, waarna het toch nog gezellig werd.
Bijna achteloos speelt hij zijn stukken. Hij laat zich niet afleiden. Al zat het gisteren niet mee. De snaren die hij ’s ochtends op zijn gitaar had gespannen, raakten steeds ontstemd. Het irriteerde hem maar van het stemmen wist Harry S. toch ook een mooi melodietje te maken. Die hobbel viel te nemen. Lastiger werd het toen er een telefoonalarm afging. Niet gewoon een riedeltje, maar het geluid van een luchtalarm weerklonk. Harry wilde net aan een anekdote beginnen, en stelde de vraag wat er zo dringend was. Licht verbouwereerd hoorde hij de jongen in het publiek vertellen dat over vijf minuten de tv-documentaire over Bob Marley zou beginnen. Die had hij graag willen zien, maar zijn vrienden hadden hem overgehaald hier te komen. Gevat reageren Harry dat dat maar beter was ‘want Marley is al lang dood.’ En verder ging Harry.
Af en toe leek het optreden een advertorial. De nummers van zijn laatste cd speelde hij, natuurlijk want daarop dreef het programma. Hij besteedde aandacht aan de jubileumbox met boek, cd en dvd. Ook zeer de moeite waard. Vervolgens gaf hij een mini-master-class gestoeld op zijn gitaarlesmethode die in grote hoeveelheden verkocht is in binnen- en buitenland. Uiteindelijk nam hij plaats op de rand van het podium om uit de koffer zijn cd’s te verkopen aan het publiek. Natuurlijk mag dat; een kunstenaar moet ook eten en leven. En dat het genereren van inkomen niet makkelijk is, bleek uit zijn verhaal over rechten op muziek. Hij betaalde jarenlang royalty’s aan Paul Simon voor het gebruiken van diens muziek, terwijl dat voor een traditional niet hoeft. Ook ontdekte hij dat er een nummer van hem, waarvan hij vergeten was de rechten te deponeren bij BumaStemra, opdook in een verfreclame. Maar Harry S. vertelt het met charme en speelt daarna prachtig door, dus dat van die advertorial is niet erg.
Troostend waren zijn woorden dat het hem er niet om ging hoe hij speelt, dat je dat als publiek niet hoeft te weten, (had ik de hele avond voor niets ingespannen getuurd naar zijn rechthandbewegingen en de activiteiten op de hals) hoe de gitaartechniek in elkaar stak. Nee, de muziek is een gevoel en dat moet alles zeggen, ongeacht de techniek. Dus ik hoef me niet te verdiepen in de drie dingen die de duim en de drie vingers van de rechterhand moeten doen. Gewoon genieten van de muziek, dat is wel gelukt.
Tja en vandaag maar weer pingelen in mijn hoekje in de achterhoede. Toch maar eens kijken of ik die gitaar-methode van hem kan vinden.
Geplaatst door Albert-Jan Bosch op 13 maart 2011