Bron: Noord Hollands Dagblad 20 oktober 2000
Theater-muziekprogramma ‘Helden’ door Harry Sacksioni.
Gehoord en gezien op woensdagavond 18 oktober in De Beun te HEILOO.
Door: Niels de Groot
Ooit verborg Harry Sacksioni zich gedurende optredens achter zijn lange haar. ‘Om maar niet gezien te worden door het publiek én andersom natuurlijk. Het waren de tijden van zijn eerste (nerveuze) schreden op het podium. Vol plankenkoorts want wie o wie zou deze stijl van uitbeeldend gitaarspel nu kunnen waarderen? Het zou veel te afwijkend zijn.
Toch toonden toehoorders zich toen al lyrisch over deze snarenmagie. En nu, anno 2000, hoeft Sacksioni zich helemaal nergens meer voor te schamen. Zijn muziek wordt ‘gevreten’, hij is zelf een van Neerlands meest bekende gitaristen en dat feit heeft zijn uitwerking wel gehad: het lange haar van weleer is inmiddels gekortwiekt. In zijn nieuwste laat hij zien en horen hoe het is om honderd procent gelukkig in het leven te staan. Het programma ‘Helden’ verraadt dit onmiddellijk. De verschijning van de arrangeur is veelzeggend: expressief, no-nonsense, maar vooral zelfverzekerd krijgt hij, zittend tussen zes gitaren in, de zaal volledig monddood.
De liedjes zijn stuk voor stuk odes aan Sacksioni’s voorbeelden. En dan niet alleen de Beatles, Stevie Wonder, Joni Mitchell en Jacques Brel, maar ook striphelden als Jansen en Jansens van Kuifje bokser Mohammed Ali en vingervlugge winkeldieven die stuk voor stuk via de snaren in beeld worden gebracht.
Zijn allergrootste held echter komt meteen als eerste aan bod ‘Lenno’. “Dat is mijn persoonlijke held. Die zit thuis en is net een jaar”.
Kinderen als inspiratiebron, het blijft vertederend. Elk nummer krijgt een passende inleiding.
Sacksioni is alleen geen prater, daarvoor struikelt hij net iets te veel over zijn woorden. Maar een vleugje humor compenseert echter ruim voldoende. Er is constante interactie met het publiek en tijdens een tussentijdse vijlsessie aan een nagel van zijn slaghand reageert de artiest hilarisch door op nichterige wijze om ‘eyeliner’ te vragen.
Maar het spel is subliem. Voor het verhaal van Jansen en Jansens heeft Sacksioni twee snaren van zijn gitaar hetzelfde gestemd. Het effect is verbluffend: er zijn in de muziek duidelijk twee karikaturen waarneembaar en een veelzijdigheid aan loopjes, vetragingen en versnellingen brnegen ook de onhandige fratsen van de getekende helden in beeld. Hetzelfde geldt voor ‘Ali Shuffle’, een kunststukje speciaal voor Cassius Clay, waarin het voetenwerk van de bokser doormiddel van vingerwerk van een gitaarvirtuoos wordt gevisualiseerd.
Een ontspannen inval hebben ‘Killing me softly with his song’, waar ‘Time after time’ aan vastgeplakt zit. Verassend is het Wilhelmus in getokkelde versie en een compositie van Keltische aard:’De Ierse kust’. Over het groene eiland uit Sacksioni zich enthousiast: “In Ierlandbespeelt maar liefst de helft van de mensen een of meerdere instrumenten. En in tegenstelling tot Nederland heeft de andere helft daar in elk geval wél belangstelling voor.” Maar goed dat de zaal van De Beun vol zat met uitzonderingen op die regel.