Vanavond spurtte ik me om acht uur naar het Koningstheater om Harry Sacksioni te zien optreden. Ik kende hem nog helemaal niet en de muziek die hij die avond ging spelen, een ode aan George Harrison, kende ik eveneens niet goed. Ik ging dus blanco de zaal in.
De zaal was helemaal uitverkocht, net als bij bijna alle andere optredens. Toevallig was er nog een plekje over van een vriend van een stel die niet meekon. Op het podium stonden vier akoestische gitaren. Spelend kwam hij op. Alles speelde hij zonder begeleiding. De man naast me, die duidelijk fan was, had al gezegd dat het soms net leek of er vier gitaren klonken, terwijl Harry dat toch allemaal in z’n eentje deed. Gaandeweg in de show moest ik hem gelijk geven. Soms voelde ik me bijna bedrogen, omdat ik maar niet kon geloven dat al dat muzikaal geweld uit een enkele gitaar kwam. De man naast me had me ook uitgelegd dat Saksioni een speciale manier spelen had, waarbij hij meerdere partijen door elkaar speelde. Dat was wonderlijk om te zien. In zijn show speelde hij liedjes van de Beatles, Queen en velen anderen, waaronder hijzelf.
Op het eind van de voorstelling raakte hij geëmotioneerd, toen hij vertelde dat hij z’n inmiddels overleden moeder het nummer leid horen dat hij op z’n 16e had geschreven en daarna speelde hij het. Hoe zijn moeder reageerde hield hij liever voor zichzelf. Daarmee was de avond aflopen. Het was een mooie, virtuoze avond, die pas om elf uur ten einde kwam.
Jan Julius – Een kritische blik op het theater van nu
18 mei 2012